Het correcte verhaal v/d Stoofstraat

De Stoofstraat is zowel bij het Brugse publiek als ver daarbuiten bekend als het kleinste officiële straatje in Brugge. (de “Garre van Conné” aan de Burg is geen officiële straat)
De historisch verbondenheid met de “extra voordelen” die je er kon krijgen heeft het een “reputatie” bezorgd.

Elke stad kent wel een stoofstraat. De straatnaam in Brugge verwijst naar “De badstoof”, het straatje dat naar de publieke badstoof op het Walplein leidde.

In de Stoofstraat zelf is er hoogstwaarschijnlijk nooit een badhuis geweest wegens de te grote afstand tot de meest nabije reien. Noodzakelijk om een makkelijke toegang te hebben tot water.
Op het Walplein stroomt er achter de huizen wel een rei van waaruit men het water kon putten.
Het badhuis “Ter Walle” dat er historisch zeker is geweest was gevestigd op het Walplein, waarschijnlijk in het huis “1645” of de huidige brouwerij “De Halve Maan”.
Historici zijn niet eensgezind over de locatie maar er is wel zekerheid dat er een badstoof was. Wil je meer weten het er daar aan toe ging? Lees dan even onze pagina “Het arbeidsverhaal van de Stoofstraat. Een “minder prikkelende” realiteit

De badhuizen werden tijdens de pest epidemisch gesloten en verboden. Artsen dachten dat het open staan van de huid poriën onder invloed van het warme water pest besmetting vergemakkelijkten.

Er was tot in de late 18de eeuw wel prostitutie in onze straat maar vandaag is dat verhaal al lang uitverteld.

De “Makeressen”, Veerle, Katrien, Brigitte en An, de 4 zelfstandig ondernemende vrouwen in de Stoofstraat, verkopen er nu met passie hun vakvrouwschap.
Wees welkom in onze ateliers!